Er zijn veel discussies rondom het nut en de effecten op de mens rondom de zomer- en wintertijd. Een ding is zeker, nu de winter er aankomt worden de dagen korter en zal het kunstlicht eerder aangaan om een aangenaam verlichtingsniveau te realiseren.
Licht is belangrijk, zeker ook voor mensen met dementie. Voldoende daglicht heeft een positief effect op de gezondheid, het dag- en nachtritme en eventuele somberheid of depressie (2008, Van Sommeren et.al.). Bij dementie wordt het dag- en nachtritme aangetast met als gevolg dat mensen met dementie vaak ’s nachts actief worden terwijl ze overdag passief en slaperig zijn. Slaapmedicatie helpt niet altijd en heeft vaak negatieve neveneffecten. Voldoende daglicht is onmisbaar voor een goede gezondheid en heeft positieve effecten op de concentratie, alertheid en humeur.
Mensen met dementie hebben echter vaak een tekort aan (dag)licht en daar zijn meerdere redenen voor te bedenken; ze komen te weinig buiten, de ruimtes waar ze verblijven zijn vaak met donkere, licht absorberende materialen ingericht en het verlichtingsniveau is te laag. En dat heeft weer effect op oriëntatie en het begrijpelijk maken van ruimtebeleving.
‘Maar wat is voldoende (dag)licht en kan kunstlicht dat compenseren?’ Lichtsterkte wordt uitgedrukt in lux. Een zonnige dag is goed voor 100.000 lux, een bewolkte dag geeft nog altijd 10.000 lux. In een binnenklimaat gaan we in de meest optimistische situatie uit van ca. 300 lux. Oudere mensen (>70) hebben vaak 2 tot 3 keer zoveel licht nodig dan jongeren (<35) om hetzelfde goed te kunnen zien, dus voor oudere mensen (met dementie) wordt een verhoging van de lichtsterkte geadviseerd van minimaal 1000 lux. Het is daarom ook heel belangrijk dat we juist extra aandacht geven aan licht nu de dagen korter worden. Maar ook in relatie tot besef van tijd, veranderingen in het weer, de overgang van ochtend naar middag naar avond en de nacht.
Het advies van Alzheimer-Architecture is; Ga wat vaker naar buiten met mensen met dementie, een uur kan al wonderen verrichten en niet alleen voor de noodzakelijke lichtinname, maar ook voor de noodzakelijke beweging. Zorg ook dat er voldoende licht aanwezig is in de verschillende verblijfsruimtes. Liefst iets meer (kunst)licht dan dat u gewend bent (2008, Fleming et.al.). Al begint het weer tijd te worden voor sfeerverlichting en gezellige kaarsjes op tafel, dit is zeker niet de meest wenselijke lichtkwaliteit voor mensen met dementie. Probeer een algemeen verlichtingsniveau te creëren dat eerder doet denken aan de verlichting in een ziekenhuis. Fris (blauwachtig) licht overdag dat afneemt gedurende het eind van de middag naar zachter (geelachtig) licht. Probeer het natuurlijke patroon van de dag te volgen, het zal de mensen met dementie goed doen.