Vormstudies – Vorm en Concept, publicatie voor de Academie van Bouwkunst, Amsterdam, door Henri Snel

by alzheimerarchitecture

VORMSTUDIES – VORM EN CONCEPT
Vormstudies ‘Vorm en Concept,’ is een integraal onderdeel van het eerste- en tweedejaars masterprogramma architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam, en één van de dragers van het studieprogramma.

De verschillende vakdisciplines brengen een verschil in schaal, aanpak en uitvoering met zich mee. De student wordt uitgedaagd om de ruimte op alle schaalniveaus te onderzoeken waarbij experiment, betrokkenheid, vakmanschap, conceptueel denken, onderzoek en strategie wezenlijke uitgangspunten zijn. Hoofddoelen zijn het ontwikkelen van een eigen herkenbaar handschrift, het vermogen om discipline-overstijgende verbanden te leggen, en een kritische en onafhankelijke houding te ontwikkelen, waarbij actieve reflectie op en archivering van het onderzoeksproces noodzakelijk is.

PROGRAMMA
Vormstudies laat zich niet enkel door fysieke dan wel traditionele verschijningvormen (ver)leiden. Het uit zich zowel analoog, digitaal als virtueel of een combinatie hiervan. De volgordelijkheid van het programma begint bij de mens en de ruimte, het fysieke, Body [SPACE] genoemd en eindigt in het virtuele, Virtual [SPACE], waar het weer verbinding zoekt met het fysieke.

In Body [SPACE] wordt de student uitgedaagd om door middel van beweging, hapticiteit, dans en mime de choreografie van de ruimte te onderzoeken, individueel en samen met anderen die zich begeven in dezelfde ruimte. Material [SPACE] gaat over materiaal experiment en materiaalonderzoek. Centraal staat daarbij het zoeken naar nieuwe materialen, nieuwe verbindingen en nieuwe vormen in relatie tot het verkennen van de ruimte. De tussenruimte wordt vervolgens onderzocht en gematerialiseerd tot een eigen sculpturale ruimtelijke interpretatie in nauwe samenwerking met studenten van de andere disciplines binnen Inter [SPACE]. In Graphic [SPACE] wordt de student gevraagd de beschikbare (wetenschappelijke) data te onderzoeken en naar begrijpelijke grafische visualisaties te vertalen, de opgedane kennis te gebruiken als communicatiemiddel en direct in te zetten in het eigen ontwerpproces. Tenslotte komen al programmaonderdelen samen in Virtual [SPACE]. De student ontwikkeld vanuit 3D-modeling technieken een Virtual Reality of Mixed Reality omgeving die ondersteunend is in het onderzoeken, ontwerpen en manipuleren van een ontwerpopgave tot een virtuele realiteit.

EXPERIMENT
Het experiment heeft in de Vormstudies een centrale rol. De ontwikkeling van een persoonlijke interesse en de ontdekking van een eigen handschrift en werkmethode gaan via uitproberen en testen. We conceptualiseren en experimenteren d.m.v. (on)orthodox onderzoek. Het ruimtelijk inzicht, het beeldend vermogen en het conceptuele denken worden constant geoefend en bevraagd. Duurzaamheid op het gebied van materiaalgebruik en het productieproces, zijn belangrijke uitgangspunten voor het onderwijs en zal in het verloop van de ontwikkeling van de Vormstudies ‘Vorm en Concept’ steeds meer aandacht krijgen.

VAKMANSCHAP
Door handmatige uitwerking en verfijning ontstaat vakmanschap. De herhaling van schetsen, tekenen, model maken, experimenteren met verschillende media en het uitvoeren ter plekke zorgt ervoor dat de student de zintuiglijke eigenschappen, schaal en proporties, functies en toepassingen ondergaat en zich eigen maakt. Studenten leren hierdoor veelzijdige vaardigheden aan en het vermogen om onderlinge verbanden te leggen. 

TRANSDISCIPLINARITEIT
De studenten architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur werken veelvuldig samen in verschillende kleine pluriforme teams om zoveel mogelijk vanuit hun eigen vakdiscipline en dat van anderen te leren werken en denken. Het opereren tussen, naast, over en voorbij bestaande disciplines is een verrijking van het denk- en ontwerpproces en sluit aan bij tendensen in de maatschappij en de beroepspraktijk. Daarbij moedigen we de studenten aan de raakvlakken tussen ruimtelijk ontwerp en andere kunstvormen te onderzoeken en ermee te experimenteren. Zo zijn de autonome kunsten een voortdurende bron van inspiratie.

DOCENTEN
Verschillende (specialistische) docenten spelen een cruciale rol in het stimuleren van het denk- en maakproces bij ieder programmaonderdeel. Het steeds opnieuw bevragen van de eigen kunst-, onderzoek- en ontwerppraktijk en de nieuwsgierigheid naar de ander zijn wezenlijke uitgangspunten. In alle programmaonderdelen trachten wij een gezamenlijke taal te ontwikkelen om door middel van – samen denken – nieuwe gelaagdheden te ontwikkelen. 

INTERVAL-EDUCATIE
Binnen de programmaonderdelen zijn wij steeds op zoek naar afwisselende- en nieuwe werkvormen die een directe relatie leggen tussen cognitieve en fysieke activiteiten, om een zekere gewenning (luiheid) van het brein te voorkomen en maximale focus te realiseren. Het gaat hier niet alleen over het conceptualiseren, experimenteren en het fysiek vervaardigen, maar ook over dialoog en reflectie, om zodoende verdieping in het onderzoeksproces te stimuleren.

ARCHIVERING EN REFLECTIE
De student wordt steeds gevraagd om op een actieve manier te reflecteren op het onderzoeksproces en deze systematisch te archiveren, gebruikmakend van verschillende media. Om zodoende meer grip te krijgen op de eigen werkmethode in de breedste zin van het woord.

(OP)POSITIE
De Vormstudies ‘Vorm en Concept’ is de stroming die een integrale verbinding zoekt met het curriculum, en we willen op een (on)orthodoxe wijze als katalysator dienen om nieuwe concepten en oplossingen te vinden binnen het onderwijs en buiten ons vakgebied.

Jaarkrant 2020 Academie van Bouwkunst, Amsterdam.