Architectenweb een netwerkontbijt over het ontwerpen voor dementie met Henri Snel als een van de deelnemers (Dutch)

by alzheimerarchitecture

Dinsdagochtend 3 november 2015 organiseerde Architectenweb een netwerkontbijt over het ontwerpen voor dementie. Een complex thema waar allerlei partijen bij betrokken zijn, maar snoezel-elementen bewezen helpen. Een verslag van Michiel van Raaij, hoofdredacteur architectenweb.

De realisatie van een slimmere en prettigere omgeving voor dementerende ouderen vraagt om een werkelijk integrale benadering, constateert kunstenaar Linda Nieuwstad aan het einde van het ontbijt. De opdrachtgever, het verplegend personeel, de familie… om tot een vernieuwend ontwerp te komen dat het leven van dementerenden echt aangenamer maakt, moeten veel partijen overtuigd worden. De opgave wordt nog eens extra complex doordat vaak in bestaande gebouwen gewerkt moet worden.

Ook als dan eindelijk een prettiger omgeving is gerealiseerd, blijkt de strijd lang niet altijd gestreden. Een enkele dementerende oudere die van een terrein afwandelt is soms al genoeg om er een hek omheen te doen verschijnen. Een enkel incident in een snoezelruimte, een ruimte die alle zintuigen prikkelt, kan voor een zorginstelling reden zijn om de deur ernaartoe voortaan gesloten te houden.

Een terugkerende stellingname onder de deelnemers aan het ontbijt: ga uit van wat mensen nog wel kunnen, niet van wat ze niet meer kunnen. Vanuit die positivistische houding kunnen omgevingen gecreëerd worden waarin dementerende ouderen de ruimte krijgen om rond te lopen, anderen kunnen ontmoeten en geprikkeld worden.

Aletta Zeeman van Wereldhuis stelt dat slimme technologie ook een rol in kan spelen om ouderen meer vrijheid te geven en ze toch te kunnen volgen. Marco van Westerlaak van Tarkett vertelt dat zij een vloer ontwikkeld hebben die valpartijen signaleert.

Met goed ontworpen gemeenschappelijke (buiten)ruimtes en extra voorzieningen komt familie bewezen vaker langs, stelt architect Elza Heemskerk van Inbo. In goed ontworpen ruimtes ervaren dementerende ouderen minder stress en hoeven ze minder pillen te slikken, vervolgt architect Chico Leufkens van EGM architecten, dat werkt volgens de principes van Evidence Based Design. Door toevoeging van snoezel-elementen in het interieur zijn dementerende ouderen bewezen minder apathisch en ervaren ook de verzorgers minder stress, vult architect en onderzoeker Henri Snel van Alzheimer Architecture aan. 

Biodynamische verlichting
Al deze sterke ervaringen ten spijt ervaren veel architecten aan de ontbijttafel van de kant van de opdrachtgever, de zorgverleners en de familie regelmatig tegenwerking als het gaat om vernieuwende concepten. Dit loopt van een ‘maar zo doen we het al jaren’ tot eenzijdige kostenbesparingen.

Een interessante case is de verlichting, die in veel verpleeghuizen op een te laag niveau staat. Omdat bewoners relatief weinig buiten komen, wordt geëxperimenteerd met daglichtsimulatie. Dat lijkt kosten te besparen, maar ouderen hebben tot vijfmaal zoveel licht nodig, waardoor een te laag lichtniveau het verschil tussen dag en nacht te klein maakt, en veel ouderen als het ware overdag slapen en ‘s nachts gaan dwalen.

Snel van Alzheimer Architecture noemt een verpleeghuis waarin biodynamisch licht is geïntroduceerd: licht dat ‘s ochtends de opkomende zon simuleert, overdag heel hoog staat en ‘s avonds de avondzon nabootst. Heel goed voor ouderen. Maar het veel jongere verplegend personeel had het idee dat het in een lichtbak aan het werk was en kwam in opstand. Ontstelde reacties aan de ontbijttafel: het is toch de huisvesting van de ouderen? Daar ben je als personeel toch te gast? Het voorbeeld geeft goed aan hoe lastig veranderingen zijn en hoe belangrijk het is om alle partijen vanaf het begin daarin mee te nemen.

Individueel versus gemeenschappelijk sanitair
Een tweede case betreft het sanitair. Alle architecten aan tafel zijn het erover eens dat dementerende ouderen in een verpleeghuis baat hebben bij een eigen wastafel, maar niet in staat zijn zichzelf te wassen. Individueel sanitair is vanuit dat perspectief onzinnig en levert alleen maar extra schoonmaakkosten op. Een mogelijkheid is om per twee kamers gedeeld sanitair te ontwerpen. Maar in Boswijk heeft Leufkens van EGM architecten in woongroepen van acht personen twee sanitaire units ontworpen: dat werkt in de praktijk uitstekend, zolang er een eigen wastafel op de eigen kamer is en het toilet op de gang herkenbaar is.

Vanuit de families van de ouderen blijkt echter vaak een sterke wens tot individueel sanitair te zijn, zo is de gedeelde ervaring aan tafel. Verschillende zorgorganisaties presenteren dit individuele sanitair als een unique selling point en de gemeente Rotterdam heeft het zelfs verplicht gesteld. De meeste architecten aan tafel begrijpen het eigenlijk niet. Snel van Alzheimer Architecture droomt eigenlijk van een soort zintuiglijke wasstraten op de afdelingen.

Gemeenschappelijke ruimte
Een vergelijkbaar ongeloof heerst er bij een aantal architecten aan tafel over de nadruk die veel zorginstellingen leggen op de individuele woonkamer. Heemskerk van Inbo stelt dat dit ook gewoon te maken heeft met het stelsel van huurpunten. Ook krijgt zij steeds vaker de vraag om verpleeghuizen te ontwerpen die later herbestemd kunnen worden tot woningbouw. Grotere woonkamers, en ook eigen sanitair, zijn dan gewoon heel slim.

Leufkens van EGM architecten benadrukt ook de mogelijkheid kamers te schakelen. “Daar kan bouwkundig op geanticipeerd worden. En heeft voor veel ouderen zelfs de voorkeur, want veel dementerenden ervaren een wezenlijk een andere behoefte aan privacy.”

Snel van Alzheimer Architecture vraagt zich af of het typisch iets van architecten is om te denken dat een gemeenschappelijke ruimte belangrijk is. Volgens hem is eenzaamheid een belangrijk thema onder ouderen en kunnen gemeenschappelijke ruimtes waar iets te doen is ook een verzetje betekenen voor de partners van dementerende ouderen.

Snel vertelt ook over een verpleeghuis waar de entreebalie een dubbelfunctie had als bar. Daar was het altijd gezellig. Nieuwstad vult aan dat ze betrokken is bij een ‘Social Salon’: een kapsalon voor ouderen die een dubbelfunctie heeft als ontmoetingsruimte en café.

Volgens Zeeman van Wereldhuis is het belangrijk dat er indien gewenst eigen plekken gecreëerd kunnen worden in de gemeenschappelijke ruimte, bijvoorbeeld als er familie op bezoek komt. Architect Jarrik Ouburg van Office Jarrik Ouburg heeft in een team in het traject Ontwerp & Dementie van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie onderzoek gedaan naar het opdelen van grote gemeenschappelijke ruimtes met kamerschermen. Volgens hem kan zoiets ook goed werken.

Iedereen aan tafel is het erover eens dat keuzevrijheid belangrijk is. Er kan best een keer in een bepaalde ruimte harde muziek te horen zijn, als er maar ook plekken zijn waar dat niet het geval is. Leufkens van EGM architecten stelt dat klanken in de meeste gevallen wel het beste gedempt kunnen worden, maar dat hier en daar best geluid te horen mag zijn.

Zintuiglijke prikkeling
Er bestaan veel verschillende vormen van dementie, maar een veel voorkomend beeld is dat de cognitieve functies afnemen. Horen en zien wordt minder, vat Heemskerk van Inbo het samen. Om dit te compenseren is zintuiglijke prikkeling, bijvoorbeeld met smoezelelementen, erg belangrijk. In plaats van die prikkelingen op een plek, of zelfs een ruimte, te concentreren, kunnen deze beter verspreid worden door de gemeenschappelijke ruimtes, stelt Snel van Alzheimer Architecture.

Nieuwstad vertelt dat ze voor een verpleeghuis werkt aan een kunstwerk, bestaande uit uitvergrote bloemen, dat een bloemengeur afgeeft als je erlangs loopt. Leufkens van EGM architecten reageert hier enthousiast op. Volgens hem wordt er nog veel te weinig met geur gedaan, terwijl dat bij dementerenden bewezen beter werkt om een bepaalde plek te herkennen dan bijvoorbeeld een kleuraccent. Van alle zintuigen heeft de reuk het beste geheugen.

Architect Beatrice Montesano van KAW vertelt over een verpleeghuis dat zij heeft ontworpen waar dementerende ouderen in een wasmachineruimte te was kunnen doen en die was zelfs ter plekke kunnen ophangen. De handelingen, de geuren… het werkt volgens haar heel goed.

Voor het traject Ontwerp & Dementie van het Stimuleringsfonds van Creatieve Industrie heeft Montesano in een team onderzoek gedaan naar het naar binnen brengen van de tuin. In een tuinkamer, tuinkar of tuinkrat konden dementerende ouderen zelf bloemen planten, verzorgen en oogsten. Hier werd volgens haar zeer enthousiast op gereageerd. Het onderzoek wordt momenteel geëvalueerd.

Het interieur van vroeger?
Een gerelateerd thema is de discussie of het interieur van een verpleeghuis moet aanhaken op de herinnering aan vroeger of gewoon goed ontworpen moet worden. Volgens Snel van Alzheimer Architecture bestaan wat dat betreft tenminste twee scholen in Nederland. Ouburg van Office Jarrik Ouburg vertelt dat hij eens twee proefkamers heeft gebouwd: een klassieke en een moderne. De eerste oudere die bij de laatste ruimte naar binnen stapte reageerde: mooi! Voor hem bevestigde die reactie dat het gewoon gaat om goed ontworpen ruimtes.

Een sticker van de oude voordeur op de nieuwe in het verpleeghuis plakken is volgens Ouburg symptoombestrijding. Blijkbaar is de gang zo lang en eentonig dat je er je eigen voordeur niet meer terug kan vinden. Dat zou ieder mens daar hebben. Dergelijke omgevingen zouden wat hem betreft helemaal op de schop moeten. Urbane omgevingen met herkenbare pleinen en veel deuren aan de straat werken veel beter, denkt hij.

De jaren voor opname
Tot zover de dementerende ouderen die opgenomen zijn in een verpleeghuis. Maar hoe zit het met al die licht demente ouderen die van de rijksoverheid zelfstandig moeten blijven wonen?, vraagt Snel van Alzheimer Architecture de deelnemers aan de ontbijttafel. Dat is een grote opgave, beaamt Montesano van KAW: 75% van de dementerenden woont thuis.

De woningcorporaties doen daar volgens haar nog veel te weinig mee. Het is ook complexe materie, de verschillende stadia van dementie, het bijbehorende valrisico, de mate van sociale controle, enzovoorts. Wanneer wordt iemand een gevaar voor zichzelf?

In 2050 zullen er 500.000 ouderen zijn met een vorm van dementie en het gros daarvan zal zelfstandig wonen. “Gemiddeld verblijven ouderen maar twee jaren – veelal hun laatste – in een verpleeghuis”, vertelt Leufkens van EGM architecten. Juist de periode daarvoor vraagt daarom ook veel aandacht. Zonder adequate actie zullen er steeds meer dementerende ouderen (tijdelijk) ‘kwijt’ zijn, waarschuwt Snel, die weet dat dit in het vergrijsde Japan al veelvuldig voorkomt en ook hier steeds vaker gebeurt.

Om problemen te voorkomen en te ondervangen moeten zowel woningen als wijken volgens Snel dementievriendelijk gemaakt worden. In de woning kan gedacht worden aan schuifdeuren zodat het toilet bijvoorbeeld altijd in beeld is. In de wijk kan het personeel van de verschillende voorzieningen getraind worden om er beter op te reageren. Montesano van KAW vertelt dat er in Doorn een proef wordt gehouden in de plaatselijke Albert Heijn. Personeel van de supermarkt krijgt daar trainingen om afwijkend koopgedrag te signaleren en daar direct op te reageren. Nieuwstad stelt voor om beginnend dementerenden vanuit de overheid een doos te geven met zaken waarmee de woning eenvoudiger dementievriendelijker gemaakt kan worden.

Dementie blijkt een complexe opgave die diep ingrijpt in tal van sectoren van de maatschappij, waarbij op veel plekken nog gezocht wordt naar de juiste antwoorden, en waar onder ontwerpers veel behoefte is aan ruimte voor vernieuwing die tot betere omgevingen leidt. Voor ontwerpers ligt er een opgave om beter aan te tonen dat investeringen in architectuur lonen. Voor de overheid en opdrachtgevers (zowel zorgverleners als woningcorporaties) ligt er een opgave open te staan voor nieuwe ideeën en hier letterlijk en figuurlijk ruimte voor te maken. Uiteindelijk gaat het ook over onze eigen toekomst.

Deelnemers aan het ontbijt ‘ontwerpen voor dementie’: Chico Leufkens (EGM architecten), Jorris Hoste (KYK architecten), Henri Snel (Alzheimer Architecture), Jarrik Ouburg (Office Jarrik Ouburg), Franke van den Broek (Zelfstandige), Aletta Zeeman (Wereldhuis), Beatrice Montesano (KAW), Linda Nieuwstad (Kunstenaar), Elza Heemskerk (Inbo), Alexandra Izeboud (Baars&Bloemhoff), Marco van Westerlaak (Tarkett) en Michiel van Raaij (Architectenweb).

 

 
architectenweb_henri snel30architectenweb_henri snel67architectenweb_henri snel54architectenweb_henri snel27architectenweb_henri snel18architectenweb_henri snel64architectenweb_henri snel51architectenweb_henri snel15